donderdag 6 mei 2021

Opiniestuk: Is er leven na Netflix?

Naar aanleiding van een essay van Tom Heremans in De Standaard Weekblad schreef ik voor De Standaard (13 april 2021) een opiniestuk.

Is er leven na Netflix?

Netflix is een van de economische winnaars van het corona-tijdperk. Toen de inwoners van New York, Los Angeles en Chicago vorig jaar op 20 maart aan hun lockdown begonnen, plaatste Netflix een aantal nieuwe reeksen online, waaronder de geschifte documentaire Tiger King. De reeks over de marginale dierentuineigenaar Joe Exotic werd de wereldwijde kijkcijferhit die de overwinning van Netflix bezegelde. De streamingslijter rondde in 2020 de kaap van de 200 miljoen abonnees. Afgelopen juli werd Netflix het grootste mediabedrijf ter wereld, gemeten volgens de beurswaarde. Naar eigen zeggen zal Netflix in 2021 zelfs een positieve cash flow hebben. En dat na jaren van ongebreidelde content spending. Netflix heeft zich tot nu toe zeer diep in de schulden gezet om een zo ruim mogelijke catalogus aan te bieden, door licenties te nemen (zoals Friends), te coproduceren (zoals Lupin of Undercover) of alles zelf te doen (zoals de film Uncut Gems, met de op Netflix onvermijdelijke Adam Sandler). Ook heel wat Europeanen, incluis schrijver dezes, kijken mee. Dat maakt van het Amerikaanse Netflix volgens mij nog geen behoeder van de Europese gedachte, laat staan een geestelijke erfgenaam van George Steiner, zoals Tom Heremans stelt in DS Weekblad van 10 april.

Als het om collectieve kijkervaringen gaat, hoeven we van Netflix toch niets te leren? Een groot deel van de twintigste eeuw hebben we doorgebracht in filmzalen en voor tv-schermen. Zo bestaat er wel degelijk een Europese cinema die de meesten onder ons zeer dierbaar is: van Frederico Fellini, Michael Haneke, Louis Malle, Mike Leigh en Pedro Almodovar tot de broers Dardenne en Agnès Varda. Populaire lineaire tv heeft ook zijn Europese momenten gehad, met krimi’s als Derrick of Inspector Morse, eindeloze tourritten of popprogramma’s. Bovendien komt er altijd een moment waarop tv in Europa een politieke zaak wordt. Het beste voorbeeld is Charles De Gaulle die de legendarische tv-producer Guy Lux een rechtstreeks bevel geeft om Spel zonder grenzen te maken: dat programma moest de toenadering tussen Duitsland en Frankrijk bevorderen. Ook het ontstaan van een commerciële tv-markt in Europa had een politieke goedkeuring nodig. Nu we het einde van het lineaire tv-tijdperk beleven, wordt het bord weer afgeveegd. De Europese mediabedrijven blijken dwergen in vergelijking met de Amerikaanse giganten. Om te overleven pleit Thomas Rabe, de ceo van Bertelsmann, onomwonden voor nationale kampioenen. Rabe vindt dat de Europese Unie de concurrentieregels moet versoepelen  om grotere fusies en samenwerkingen tussen Europese mediabedrijven mogelijk te maken – de tv-sector op kop.

Het succes van Netflix, dat begon als een onnozel postorderbedrijf voor dvd’s, hangt nauw samen met de mythe van Silicon Valley: de plek waar de vooruitgang zo fel lijkt te schijnen dat je soms de werkelijkheid uit het oog verliest. Reed Hastings, de medestichter en co-ceo van Netflix, beschrijft in zijn vorig jaar verschenen managementboek No rules rules (Unieboek) hoe hij de kwaliteit van zijn bedrijf opschroeft door totale eerlijkheid en openheid na te streven. Die ultracompetitiviteit lijkt me niet uitzonderlijk, wel het feit dat Netflix het heeft gehaald ondanks haar indrukwekkende schuldenberg. Intussen zijn streamingconcurrenten als Disney+ en HBO Max aan een opmars bezig. Ongetwijfeld zal HBO Max zo meteen ook rechtstreeks Europese abonnees beginnen te werven. Vanuit het standpunt van de Europese consument lijkt dit op het eerste gezicht allemaal fantastisch.

Het beklemmende algoritme van Netflix bevestigt het risico dat  Mariana Mazzucato beschrijft als ‘digitaal feodalisme’. Platformbedrijven openen hun netwerk aanvankelijk voor verrassend veel leveranciers, wat een ongekend aanbod creëert. Eens ze een dominante positie bereiken, wurgen ze de concurrentie en manipuleren ze de keuze van hun gebruikers. Naarmate mijn lockdown vorderde, viel het me op hoe mager de Netflix-catalogus werd. Cultuurpessimist George Steiner schreef dat de Verenigde Staten aan ‘creatieve amnesie’ lijden: Netflix is daar dan het beste voorbeeld van. Maar wat dan met de cinefiele streamingdienst als The Criterion Collection? Toen de Franse cineast Bertrand Tavernier vorige maand stierf, plaatste uitgerekend dat Amerikaanse platform zijn beste films meteen online. The Criterion Collection is echter niet toegankelijk voor Europese kijkers. Ik vond alleen Taverniers fantastische jazzfilm Round Midnight terug op Vimeo. Andere streamingdiensten gaven verstek. Mijn opties waren de volgende: ofwel de films van Tavernier vergeten, ofwel opnieuw fysieke dvd’s verzamelen, ofwel via iTunes elke film apart aankopen. Ik geef het voorbeeld van Tavernier omdat volgens mij de keuzemogelijkheden van de Europese consument groter moeten worden, zowel om onze cultuur als onze markt te bevorderen.

Netflix, dat geen eurocent belastingen betaalt in ons land, draagt door de Vlaamse goedkeuring van de Europese AVDM-maatregel bij tot het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Het bedrijf moet, net als andere streamingdiensten, minstens 30% Europese producties aanbieden. De Belgische federale regering werkt bovendien actief mee aan de discussies binnen de OESO die tot een digitaks moeten leiden. Een faire fiscaliteit lost echter niet alles op. We moeten zelf de brandende ambitie hebben om een zo groot mogelijk deel van de streamingmarkt te veroveren. Het welslagen van een lokaal commercieel platform als Streamz is essentieel. Bovendien is het hoog tijd dat we bilateraal (bijvoorbeeld in het Nederlandse taalgebied) of op Europees niveau alternatieve platformen oprichten voor nieuwe en oude films, reeksen, documentaires en audiovisueel archiefmateriaal: een uitgebreide versie van het intussen succesvolle Arte bijvoorbeeld. De Europese Unie en haar regeringsleiders kunnen daar perfect het initiatief toe nemen. Waarom zou de Belgische federale regering dit idee niet kunnen lanceren?

Tot nader order zijn we zelf de hoeder van de Europese gedachte.

 

Geen opmerkingen:

Brief aan Pascal Chabot

Beste Pascal Chabot , Met veel plezier heb ik uw nieuwe boek Avoir le temps. Essai de chronosophie (Puf) gelezen. Ik raad het iedereen aa...