woensdag 31 oktober 2007

Voor een paar duiten meer



Tijdens de officiële opening van de Boekenbeurs gaat het uiteraard over de dingen die er echt toe doen, met name: geld. Of liever, het gebrek eraan. De hoogwaardigheidsbekleders die het woord namen, voerden geen pleidooi voor mooiere zinnen, scherpere metaforen of wufte enjambementen. Nee, geld dus. Waarom en wie zoveel had gegeven. Waarom er niet rijkelijker met dukaten werd gestrooid. Ik moest spontaan aan die ene klassieker van wijlen John Kenneth Galbraith denken, Money, whence it came, where it went. Het is de schrijver Jean-Marie Berckmans die me dit standaardwerk over de geschiedenis van geld en inflatie heeft leren kennen. Berckmans zelf heeft geen geld. Hij heeft niets voor zichzelf geregeld. En nu heeft hij ook geen gezondheid meer.

Na afloop van de geldtoespraken barstte er op de Boekenbeurs een kolkende receptie los. Ter hoogte van hal 4, waar ik me bevond, hoorde ik enkele receptiegangers klagen over een tekort aan lucht. Ik noem dit het Dresdeneffect, een inferno dat alle zuurstof wegzuigt. Zodra er op de beurs mensen naar lucht happen, dan weet je: ça marche, de zaak draait. Dat deed het gisteren. Ik heb vijf uur aan een stuk gepraat, handen geschud, gezoend.

Even later moest ik om een andere reden naar lucht happen. Een collega vertelde me dat Berckmans in coma was gegaan en weer op intensieve zorgen lag. Twee weken geleden heb ik Berckmans nog in het ziekenhuis bezocht. Hij zag er toen slecht uit, broos en kwetsbaar. Maar ook opgewekt en scherpzinnig. Het gesprek kwam na enkele bochten bij Rusland en Alexander Litvinenko, die aan Poloniumvergiftiging ten onder is gegaan. Toen het woord Polonium viel, begon Jean-Marie spontaan de elementen van de tabel van Mendeljev op te sommen. Zo'n man dus. Iemand die op de meest onverwachte momenten uit Dante citeert (in het Italiaans) en nog steeds de boeken van Leonardo Sciascia koestert.

Ik hoop dat je je ook hier weer uit redt, Jean-Marie.

Het was de Vlaamse minister van cultuur Bert Anciaux die met beloftes kwam tijdens de geldtoespraken: "De verdomde plicht rust op mij om in deze legislatuur nog de aanzet te geven van een structurele oplossing voor topauteurs die niet op een normale wijze worden ondersteund. Het is niet mogelijk voor alle topauteurs een staatspensioen te voorzien, maar voor hen die in armoede leven, wil ik een oplossing zoeken." Uiteraard blokletterde de krant De Standaard: "Minister belooft geld aan armlastige auteurs".

Ik beloof een gratis exemplaar van Berckmans' prachtige boek Je kunt geen twintig zijn op suikerheuvel (longlist Gouden Uil Literatuurprijs 2007) aan de lezer van Boekblad die mij kan uitleggen wat minister Anciaux nu eigenlijk bedoelt met "zijn verdomde plicht". Uiteraard ben ik ook bijzonder benieuwd naar zijn interpretatie van het concept "topauteur".

Intussen is het leenrecht nog steeds niet in orde gebracht.

Harold Polis

Geen opmerkingen:

Brief aan Pascal Chabot

Beste Pascal Chabot , Met veel plezier heb ik uw nieuwe boek Avoir le temps. Essai de chronosophie (Puf) gelezen. Ik raad het iedereen aa...