zaterdag 28 augustus 2010
God en andere verhalen - over Karen Armstrong
We zijn het gewend om elkaar als ongelovigen te zien. God lijkt zo intens afwezig in het openbare leven dat we veel dichter bij de Franse laïcité staan dan we toegeven. En als God dan toch een gastoptreden maakt, dan vaak als probleem of als volksgebruik. Meisjes met hoofddoeken maken ons zenuwachtig, omdat hun beslissing de consensus verstoort. Of al die zusters daarmee de orthodoxie belijden of begrijpen, is zeer de vraag. Ook in het gedrag van randkatholieken spelen er persoonlijke, areligieuze redenen mee wanneer ze op de grote levensmomenten teruggrijpen naar gebruiken die hen grotendeels duister blijven. Die onwennigheid delen ze met heel wat ongelovigen voor wie het gebruik van rituelen uitdraait op trial and error. Over die optelsom van oprecht geklungel, tegenstrijdige authenticiteit en menselijke fantasie gaat Een geschiedenis van God van Karen Armstrong. (Met filmpje van Karen Armstrong, Elie Wiesel en)
(Op de foto: de persoonlijke God in actie. Oekraïense militairen worden gewijd door een orthodoxe priester, ter ere van hun nationale feestdag, op 24 augustus 2009.)
(Karen Armstrong in 2008, tijdens de jaarlijkse TED conferentie.)
De secularisering heeft alleszins duidelijk gemaakt dat het onmogelijk is om tabula rasa te maken. De geschiedenis sluipt altijd langs de achterdeur weer binnen. En dus is het wenselijk om dat verleden in acht te nemen. Armstrong doet dit door de ontwikkeling van het monotheïsme te beschrijven. Het concept van God heeft in de loop der eeuwen dramatische wendingen ondergaan. Een geschiedenis van God gaat dan ook in de breedte: van Abraham, de stamvader van ieder die in God gelooft, tot Auschwitz. In het autobiografische verslag Nacht vertelt Elie Wiesel hoe hij in het concentratiekamp zijn geloof verliest. Wiesel en andere gevangenen moeten toekijken hoe een kind wordt terechtgesteld. Waar is God? vraagt Wiesel zich af. ‘Hier - hier is Hij opgehangen - aan deze galg.’
(Elie Wiesel houdt een lezing over de betekenis van moreel handelen.)
De vraag van Wiesel is cruciaal. Armstrong toont hoe de mens God heeft gebruikt om een betekenis te geven aan de brutaliteit van het leven, met evenveel hoop als wanhoop tot gevolg. In de verwevenheid van het jodendom, het christendom en de islam ontdekt Armstrong veel gelijkenissen. De drie monotheïstische godsdiensten hebben altijd geworsteld met het waanidee van de uitverkiezing, de schepping, het lijden en de persoonlijke God. Keer op keer laveren de gelovigen tussen mystieke en filosofische uitersten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Brief aan Pascal Chabot
Beste Pascal Chabot , Met veel plezier heb ik uw nieuwe boek Avoir le temps. Essai de chronosophie (Puf) gelezen. Ik raad het iedereen aa...
-
Bookmark this on Delicious Niets. Dat gebeurde er in het leven van de Brit W.N.P. Barbellion tussen 1908 en 1912. Zeker, hij koesterde be...
-
Op zondag 9 mei om 10.00 uur ben ik te gast bij Pat Donnez op Klara, in zijn programma Berg en Dal . Het programma kan je nadien vier weken...
-
Filosofiehuis Het Zoekend Hert organiseerde, in samenwerking met het Humanistisch verbond , een presentatie van Autonomie op 24 maart. J...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten